Het heidesortiment
Voor een heidetuin maakt men hoofdzakelijk gebruik van de vele cultivars van Calluna vulgaris (Struikheide) en van de soorten en cultivars van Erica arboreta (Boomheide), Erica carnea (Winter- of Voorjaarsheide), Erica ciliaris(Wimperheide), Erica cinerea (Grauwe of Rode Dopheide), Erica tetralix (Gewone Dopheide), Erica mackayana (Mackayheide) en Erica vagans (Zwerfheide).
Door natuurlijke kruisingen van Erica-soorten zijn er een aantal hybriden ontstaan. De belangrijkste daarvan zijn:
- Erica × darleyensis ( = Erica carnea × E. erigena),
- Erica × stuartii (= Erica tetralix × E. mackaiana),
- Erica × watsonii (= Erica tetralix × E. ciliaris),
- Erica × williamsii (= Erica tetralix × E. vagans).
Ook bewust kruisingswerk leverde een aantal hybriden op:
- Erica × griffithsii (= Erica manipuliflora × E. vagans),
- Erica × krameri (= Erica spiculifolia × E. carnea) en
- Erica × oldenburgensis (= Erica arborea × E. carnea).
De cultivars van Daboecia cantabrica en van de hybride Daboecia ×scotica kunnen daarbij in één adem worden genoemd en Erica spiculifolia, die tot voor kort de naam Bruckenthalia spiculifolia had.
Van bovenstaande soorten worden alleen al in Nederland meer dan 600 cultivars (=cultuurvariëteiten) gekweekt.
Daarnaast herbergt de familie der heideachtige een groot aantal andere geslachten (vaak “andere Ericaceeën” genoemd) die alle in de heidetuin passen.
De keuringscommissie van de Nederlandse Heidevereniging “Ericultura” heeft een advieslijst samengesteld van ruim honderd van de beste soorten en cultivars van Calluna, Erica en Daboecia.
Ten behoeve van deze informatie zijn de aanbevolen cultivars hierna opgenomen en voorzien van een korte beschrijving. Dit om u bij het maken van een verantwoorde keuze alvast behulpzaam te zijn.
Calluna vulgaris
Tot het geslacht Calluna behoort slechts één soort, namelijk C. vulgaris, die een verspreidingsgebied heeft van Noord-Afrika tot in het hoge noorden (een groot gedeelte dus van Europa) en oostelijk tot in West-Azië. De variatie binnen deze heidesoort is ontstellend groot. In de loop der jaren zijn – voornamelijk door selectie – honderden cultuurvariëteiten (zogenaamde cultivars of cv’s) ontstaan. Zowel in bloemkleur, bloemvorm, bloeitijd als in de kleur van het loof en de groeiwijze zitten zeer grote verschillen. Ook in de winterhardheid van de gekweekte vormen is een grote variatie waar te nemen. Geselecteerde vormen uit zuidelijke streken zijn vaak minder tegen vorst bestand. Een gedeelte van de onderstaande cultivars dankt hun sierwaarde aan de bloemkleur; andere danken dit aan de kleur van het loof in de zomer en/of de winter en soms ook aan de habitus. De hooggroeiende en vooral de gevuldbloemige vormen van Calluna vulgaris worden wel voor de snij en in droogboeketten gebruikt. De Struikheide moet op een kalkarme grond worden geplant en dient elk voorjaar (omstreeks medio maart) te worden ingesnoeid.
De volgende cultivars zijn van belang, waarbij niet vergeten mag worden dat de in de vrije natuur voorkomende Calluna als moeder van alle Calluna vulgaris gezien dient te worden.
- ‘Alba Erecta‘, stijf opgaand, 30 cm hoog; loof groen; bloemen wit, augustus-september.
- ‘Allegro‘, breed opgaand, 50 cm hoog; loof groen; bloemen diep paarsrood (H5 ruby), augustus-oktober.
- ‘Annemarie‘, breed opgaand, 50 cm hoog; loof grijsgroen; bloemen rozerood (H7 rose pink), gevuld, september-oktober.
- ‘Beoley Silver‘, spreidend, 40 cm hoog; loof zilvergrijs; bloemen wit, september-oktober.
- ‘Boskoop‘, spreidend-opgaand, 30 cm hoog; loof geel, in de winter bronsrood; bloemen licht mauvepaars (H2 mauve), augustus-september.
- ‘Carmen‘, breed opgaand, 30 cm hoog; loof donkergroen; bloemen paarsrood (Hl3 crimson), augustus-september.
- ‘Colette‘, breed opgaand, 35 cm hoog; loof geelgroen, in het voorjaar met gele, groene en rode topjes; bloemen diep paarsrood (H13 crimson), augustus-september.
- ‘Con Brio‘, spreidend, 35 cm hoog; loof brons- tot groengeel, in de winter bronsrood; bloemen diep paarsrood (H5 ruby), augustus-september.
- ‘Cottswood Gold‘, spreidend-opgaand, 30 cm hoog; loof heldergeel; bloemen wit, augustus-september.
- ‘Dark Beauty‘, opgaand, compact 25 cm hoog; loof heldergroen; bloemen diep bloedrood, later diep paarsrood (H5 ruby), halfgevuld, augustus-oktober.
- ‘Dark Star‘, laag, compact, 25 cm hoog; loof zachtgroen; bloemen diep paarsrood (Hl3 crimson), halfgevuld, augustus-oktober.
- ‘David Hagenaars‘, breed opgaand, bossig, 55 cm hoog; loof heldergeel; bloemen donkerroze (H8 pink), augustus-oktober.
- ‘Dirry‘, spreidend tot kruipend, 15 cm hoog; loof donkergroen; bloemen roodachtig paars (H11 lilac pink), augustus-oktober.
- ‘Easter-bonfire‘, opgaand, 40 cm hoog; loof lichtgroen met rode en roomwitte groeitopjes, vooral in het voorjaar; bloemen licht mauvepaars (H2 mauve), augustus-september.
- ‘Ellen‘, breed en rechtopgaand en dicht, 30 cm hoog; loof heldergroen; bloemen paarsrood (H13 crimson), juli-september.
- ‘Elsie Purnell‘, breed opgaand, 40 cm hoog; loof grijsgroen; bloemen zilverachtig lichtroze (H3 lavender), gevuld, augustus-oktober.
- ‘Firefly‘, stijf opgaand, 45 cm hoog; loof geeloranje, in de winter rood; bloemen mauvepaars (H2 mauve), augustus-september.
- ‘Jan Dekker‘, spreidend, 15 cm hoog; loof zilverachtig grijsgroen; bloemen mauvepaars (H2 mauve), augustus-september.
- ‘Kinlochruel‘, breed spreidend, 25 cm hoog; loof donkergroen; bloemen wit, gevuld, augustus-september.
- ‘Liebestraum‘, breed opgaand, 30 cm hoog; loof donkergroen; bloemen paarsrood (H13 crimson), augustus-oktober.
- ‘Long White‘, krachtig opgaand, 50 cm hoog; loof heldergroen; bloemen wit, augustus-oktober.
- ‘Manitoba‘, opgaand, 40 cm hoog; loof geeloranje, in de winter oranjerood; bloemen mauvepaars (H2 mauve), augustus-september.
- ‘Marleen‘, breed opgaand, 30 cm hoog; loof donkergroen, bloemen wit met paarse top, later paarsrood (Hl0 purple), knopbloeier, september-november.
- ‘Melanie‘, breed opgaand, open, 30 cm hoog; loof donkergroen; bloemen wit, knopbloeier, augustus-november.
- ‘Mullion‘, kruipend tot breed opgaand, zodevormend, 20 cm hoog; loof glanzend groen; bloemen lilapaars (H11 lilac pink), augustus-september.
- ‘Perestrojka‘, breed, sterk opgaand, 40 cm hoog; loof donkergroen; bloemen diep paarsrood (H9 beetroot), september-november.
- ‘Radnor‘, laag en breed met opgaande twijgen, 25 cm hoog; loof groen; bloemen lichtroze (Hl6 shell pink), gevuld, augustus-oktober.
- ‘Ralph’s Red‘, opgaand, 60 cm hoog; loof groen; bloemen paarsrood (H13 crimson), augustus-september.
- ‘Redbud‘, breed, spreidend en open, 25 cm hoog; loof donkergroen; bloemen diep paarsrood (H9 beetroot), wit aan de basis, knopbloeier, september-november.
- ‘Red Favorit‘, breed spreidend, 20 cm hoog; loof donkergroen; bloemen paarsrood (H13 crimson), gevuld, augustus-september.
- ‘Red Pimpernel‘, compact spreidend, 25 cm hoog; loof donkergroen; bloemen paarsrood (H13 crimson), juli-augustus.
- ‘Silver Knight‘, krachtig opgaand, 40 cm hoog; loof licht zilvergrijs; bloemen paarsrose (H3 lavender), augustus-september.
- ‘Sir John Charrington‘, breed opgaand, 20 cm hoog, loof goudgeel, in de winter rood; bloemen lilapaars(H11 lilac pink), augustus-oktober.
- ‘Spider‘, breed opgaand, 35 cm hoog; loof heldergroen met crèmekleurige topjes, vooral in winter en voorjaar; bloemen wit, juli-september.
- ‘Spring Cream‘, breed opgaand, compact, 35 cm hoog; loof heldergroen, met crèmekleurige topjes in het voorjaar; bloemen wit, augustus-september.
- ‘Spring Torch‘, opgaand, 35 cm hoog; loof groen met rode en gele topjes in het voorjaar; bloemen mauvepaars (H2 mauve), augustus-september.
- ‘Tib’, opgaand, 30 cm hoog; loof donkergroen; bloemen zuiverpaars (Hl1 lilac pink), gevuld, juli-oktober.
- ‘Velvet Fascination‘, vrij rechtopgaand, 40 cm hoog; loof zilverkleurig grijsgroen; bloemen wit, augustus-september.
- ‘Wickwar Flame‘, krachtig breed opgaand, 50cm hoog; loof oranjegeel, in de winter oranjerood; bloemen licht paarsroze (H3 lavender), augustus-september.
Dan is er nog een speciale Calluna groep van de knopjesheide of te wel de knopbloeiers.
De knopbloeiers met de merknamen als Beauty Ladies® en Gardengirls® worden te koop aangeboden in het najaar in o.a. de tuincentra. Het kleurengamma van deze aanbevelenswaardige cultivars gaat van wit via (licht)roze en paars naar (donker)rood. Er is zowel bij de Beauty Ladies® als de Gardengirls® een scala van aanbiedingen.
Enkele bijzonder waardevolle knopbloeiers:
Bij de Beauty Ladies®:
- ‘Sanne’, ‘Siska’ en ‘Sissy’ voor rood
- ‘Merlijn’ en ‘Mirjam’ voor roze
- ‘Lianne’ voor lila
- ‘Veluwe’ voor wit
- ‘Agneta’ voor wit met geel loof
Bij de Gardengirls®:
- ‘Alicia’(wit)
- ‘Aphrodite’(rood)
- ‘Anette’(roze)
- ‘Amethyst’(purperrood)
- ‘Athene’(rood)
- ‘Rosita’(donkerroze)
- ‘Theresa’(roze, geel loof)
- ‘Sandy’(wit, geel loof)
Daboecia
Daboecia is een geslacht waartoe slechts twee soorten behoren. De meest bekende is D. cantabrica, die in het wild voorkomt in onder meer Noord-West-Ierland, Noord-Spanje en Portugal. De andere soort is D. azorica, die van nature groeit op Fayal en Pico, twee eilanden die beide tot de Azoren behoren. Door kruisingen van deze twee soorten ontstond omstreeks 1953 in Schotland (Bearsden bij Glasgow) de hybride, die later door David McClintock werd beschreven als D. ×scotica. Inmiddels behoren hiertoe diverse mooie cultivars.
Het geslacht heeft aanmerkelijk minder cultivars dan Calluna en Erica, maar niettemin is de variatie in bloemkleur en habitus groot. De bloeitijd is van juni tot september (-oktober). In strenge winters laat de winterhardheid van dit gewas te wensen over. Een aantal cultivars heeft dan ernstig van de vorst te lijden of zij vriezen zelfs dood. Afdekken met dennen- of sparrentakken is daarom sterk aan te bevelen. Dit kost weliswaar extra aandacht, maar dat neemt niet weg, dat de Ierse heide een ideale plant is voor de heidetuin en er zeker niet in mag ontbreken. De plant moet, evenals struik- en dopheide, op een zure grond worden geplant en in het vroege voorjaar flink worden teruggeknipt.
De volgende cultivars zijn van belang:
Daboecia cantabrica
- ‘Alba‘, breed opgaand/spreidend, 40 cm hoog; loof lichtgroen; bloemen wit, juni-oktober.
- ‘Atropurpurea‘, breed, bossig, 40 cm hoog; loof donkergroen; bloemen paars (H10 purple), juni-oktober.
- ‘Bicolor‘, breed opgaand, 35 cm hoog; loof groen; bloemen wit, paars en paars-wit gestreept aan dezelfde tak, juni-november.
- ‘Cinderella‘, breed opgaand, 30 cm hoog; loof donkergroen, bloemen zeer lichtroze (Hl6 shell pink), juni-oktober.
- ‘Cupido‘, breed spreidend tot plat, 30 cm hoog; loof donkergroen; bloemen licht rozerood (H14 magenta), juni-oktober.
- ‘Waley’s Red‘, breed opgaand, 35 cm hoog; loof groen; bloemen donker rozerood (H14 magenta), juni-oktober.
- ‘White Blum‘, rechtopgaand, breed, 30 cm hoog; loof donkergroen; bloemen wit, rechtopstaand, juli-oktober.
Daboecia × scotica
- ‘Robin‘, breed opgaand, 25 cm hoog; loof glanzend groen; bloemen donker paarsrood (Hl amethyst), juni-oktober.
- ‘Silverwells‘, spreidend, 15 cm hoog; loof heldergroen; bloemen wit, mei-september.
- ‘William Buchanan‘, breed en bossig, 20 cm hoog; loof donkergroen; bloemen karmozijnrood (H13 crimson), juni-november.
Erica
In tegenstelling tot Calluna, waartoe slechts één soort behoort, omvat het geslacht Erica (Dopheide) meer dan 750 wilde soorten. Deze komen in hoofdzaak voor in Zuid-Afrika, in de bergen van tropisch Afrika en slechts circa 18 soorten in Midden- en Zuid-Europa. Hiervan komen maar twee soorten (E. cinerea en E. tetralix) in Nederland in het wild voor. Een derde soort (E. scoparia, Bezemheide) is sinds vele jaren op de Waddeneilanden ingeburgerd. Er worden in Nederland weinig soorten (species) gekweekt, echter wel een enorm groot aantal cultivars. De belangrijkste soorten volgen hieronder, waarvan E. carnea en E. tetralix de meest winterharde zijn. Minder winterhard zijn E. cinerea en E. vagans; aanmerkelijk gevoeliger voor vorst zijn E. arborea, E. ciliaris en E. mackaiana.
Zeer waardevol is ook de goed winterharde hybride E. ×darleyensis en interessant zijn de hybriden E. ×stuartii, E. ×watsonii en E. ×williamsii. Tot de zogenaamde winterbloeiers behoren E. arborea, E. carnea en E.×darleyensis; de rest van de bovengenoemde soorten en hybriden bloeit – evenals Calluna vulgaris – in de zomer en herfst. Erica’s kunnen zeer goed worden geplant in combinatie met Calluna en andere, voor heidetuinen geschikte heesters en coniferen. In principe hebben alle soorten een vochthoudende, humusrijke grond nodig. Kleigronden zijn doorgaans niet geschikt, hoewel E. carnea hierop soms redelijk goed gedijt. Met tuinturf en bosgrond kunnen schrale, humusarme gronden en kleigronden aanmerkelijk worden verbeterd. De ondergrond moet luchtig en goed water doorlatend zijn.
Erica arborea
Van 2 tot ca 3 m hoge, opgaande, tamelijk losse struik; loof lichtgroen; bloemen klein, witachtig, in massa’s aan de veervormige vertakkingen, april-mei. Jonge planten zijn erg vorstgevoelig.De volgende cultivars van deze boomheide zijn fraaie planten in een matig grote tot grote heidetuin:
- ‘Albert’s Gold‘, opgaand, 200 cm hoog; loof geel; bloemen wit, maart-mei.
- ‘Alpina‘, stijf opgaand, 200 cm hoog; loof heldergroen; bloemen wit, maart-mei.
- ‘Estrella Gold‘, hoog opgaand, dicht, 120 cm hoog; loof citroengeel, later groenig geel; bloemen wit, april-mei.
Erica carnea
Dit is de zeer veel voorkomende Winterheide of Sneeuwheide, die gedurende het winterseizoen en in het vroege voorjaar kleur aan de tuin geeft. Deze soort is zeer winterhard en groeit op praktisch alle grondsoorten, zelfs daar waar de zuurgraad voor andere Erica-soorten te hoog is. De volgende cultivars zijn aanbevelenswaardig:
- ‘Challenger‘, breed spreidend tot plat, 15 cm hoog; loof donkergroen; bloemen wijnrood (H14 magenta), januari-april.
- ‘December Red‘, krachtig spreidend, 15 cm hoog; loof groen; bloemen paarsroze (H12 heliotrope), januari-maart.
- ‘Golden Starlet‘, breed, compact, 15 cm hoog; loof in het voorjaar goudgeel, later groengeel; bloemen wit, februari-april.
- ‘Heathwood‘, opgaand en bossig, 15 cm hoog; loof donkergroen; bloemen rozerood (H14 magenta), februari-april.
- ‘March Seedling‘, spreidend, 15 cm hoog; loof groen; bloemen licht paarsroze (Hl2 heliotrope), maart-april.
- ‘Pink Spangles‘, breed, los, 15 cm hoog; loof groen; bloemen donkerroze (Hl6 shell pink), groot, februari-april.
- ‘Praecox Rubra‘, breed, 15 cm hoog; loof donkergroen; bloemen paarsroze (H12 heliotrope), november-maart.
- ‘Rubinteppich‘, breed en laag, 15 cm hoog; loof groen; bloemen donker paarsroze (H12 heliotrope), februari-april.
- ‘Snow Prince‘, bossig, bolvormig, 20 cm hoog; loof zachtgroen; bloemen wit, december-maart.
- ‘Springwood White‘, zeer breed met lange, slappe takken, 15 cm hoog; loof heldergroen; bloemen wit, februari-maart.
- ‘Viking’, krachtig, compact, 15 cm hoog; loof donker bronsgroen; bloemen paarsrood (H12 heliotroop), maart-april.
- ‘Winterfreude’, compact, 15 cm hoog; loof donkergroen, bloemen karmozijnrood (H13-crimson), november-maart
- ‘Winter Snow’, breed, iets opgaand, 15 cm hoog; loof heldergroen; bloemen wit, februari-mei.
- ‘Wintersonne’, compact, 15 cm hoog; loof herfst en winter roodbruin, bloemen wijnrood (H14-magenta), februari-april
Erica ciliaris
De Wimperheide wordt in verband met de matige winterhardheid in Nederland niet veel aangeplant. Vanwege de sierlijke, lang gerekte bloemtrossen verdient deze Erica toch een plaats in de heidetuin. Enige bescherming met dennen- of sparrentakken tijdens strenge vorst strekt tot aanbeveling.
Enkele mooie cultivars zijn:
- ‘Corfe Castle‘, compact, 20 cm hoog; loof groen; bloemen rozerood (H7 rose pink), augustus-oktober.
- ‘David McClintock‘, breed en fors, 30 cm hoog, loof grijsgroen; bloemen tweekleurig, wit aan de basis en licht purperrode (H9 beetroot) top, juli-oktober.
- ‘Globosa‘, breed opgaand, 30 cm hoog; loof groen; bloemen lilapaars (H11 lilac pink), augustus-november.
Erica cinerea
Deze soort is bekend als Grauwe of Rode dopheide. In Nederland zijn ruim honderd cultivars bekend. Het kleurengamma binnen deze soort is bijzonder groot en contrastrijk en het is daarom dé heide, die gedurende de zomer de meeste kleur aan de heidetuin geeft. De winterhardheid is matig tot goed, doch enige bedekking tijdens een langdurige vorstperiode is aan te bevelen. Het volgende sortiment is geselecteerd uit de grote verscheidenheid aan cultivars:
- ‘Alba‘, breed met overhangende takjes, 20 cm hoog; loof heldergroen; bloemen wit, juni-augustus.
- ‘Atrosanguinea Smith’s Variety‘, breed tot kruipend, 25 cm hoog, loof donkergroen; bloemen donker wijnrood (H14 magenta), juni-september.
- ‘C.D. Eason‘, breed, opgaand, 25 cm hoog, loof donkergroen, bloemen wijnrood (H14 magenta), juni-september.
- ‘C.G. Best‘, los, opgaand, 30 cm hoog; loof groen; bloemen roze (H7 rose pink), juni-oktober.
- ‘Cindy‘, breed spreidend, 20 cm hoog; loof donkergroen; bloemen paars (H10 purple), juni-november.
- ‘Discovery‘, breed opgaand, 25 cm hoog; loof groen; bloemen kersrood (H6 cerise), juli-september.
- ‘Glasnevin Red‘, compact opgaand, 20 cm hoog; loof donkergroen; bloemen donkerrood (H5 ruby), augustus-oktober.
- ‘Katinka‘, breed opgaand, 20 cm hoog; loof donkergroen; bloemen purperrood (H9 beetroot), juni-oktober.
- ‘Knap Hill Pink‘, breed opgaand, 30 cm hoog; loof donkergroen; bloemen wijnrood (H14 magenta), juni-september.
- ‘Mrs E.A. Mitchell‘, opgaand, 30 cm hoog; loof donkergroen; bloemen donker wijnrood (Hl4 magenta), juli-september.
- ‘Pallas‘, breed en opgaand, 35 cm hoog; loof donkergroen; bloemen lichtpaars (Hl0 purple), juni-september.
- ‘Peñáz‘, opgaand, 25 cm hoog; loof donkergroen; bloemen robijnrood (H5 ruby), juli-augustus.
- ‘Pentreath‘, compact, breed, 30 cm hoog; loof donkergroen; bloemen purperrood (H9 beetroot), juni-oktober.
- ‘Pink lce‘, compact, 15 cm hoog; loof zilverig donkergroen; bloemen roze (H7 rose pink), juli-november.
- ‘P.S. Patrick‘, fors opgaand, 30 cm hoog; loof donkergroen; bloemen paars (H10 purple), juni-september.
Erica ×darleyensis
Ook deze is een in de winter en het voorjaar bloeiende, zeer veel gekweekte heide. De hybride is ontstaan uit Erica carnea en E. erigena. Deze heide is voldoende bestand tegen Nederlandse winters. De volgende cultivars worden aanbevolen:
- ‘Darley Dale‘, breed opgaand, 40 cm hoog; loof groen, in het voorjaar met crèmekleurige groeitopjes; bloemen donkerroze (Hl6 shell pink), januari-april.
- ‘Furzey‘, fors en breed, 35 cm hoog; loof donkergroen met roze groeitopjes in het voorjaar; bloemen paarsroze (Hl2 heliotrope), januari-april.
- ‘Ghost Hills‘, breed opgaand, 30 cm hoog; loof heldergroen met crèmekleurige groeitopjes in het voorjaar; bloemen licht paarsroze (Hl2 heliotrope), januari-april.
- ‘Kramer’s Rote‘, breed opgaand, 35 cm hoog; loof bronskleurig; bloemen wijnrood (H14 magenta), november-april.
- ‘White Perfection‘, breed opgaand, 40 cm hoog; loof heldergroen met crèmekleurige groeitopjes in het voorjaar; bloemen wit, december-april.
Erica mackayana
Deze soort is in Nederland slechts matig winterhard en dient daarom goed tegen vorst te worden beschermd. Enkele mooie cultivars zijn:
- ‘Dr Ronald Gray’, spreidend, 10 cm hoog; loof heldergroen; bloemen wit, juli-oktober.
- ‘Wm M’Calla‘, breed, gedrongen, 15 cm hoog; loof donkergroen; bloemen lilaroze (H11 lilac pink), juli-september.
Erica ×stuartii
Van deze hybride, ontstaan uit Erica mackaiana en E. tetralix, zijn maar weinig cultivars bekend. De winterhardheid is redelijk tot goed.
De volgende cultivars zijn fraaie, rijkbloeiende planten:
- ‘Irish Lemon‘, breed opgaand, 25 cm hoog; loof heldergroen met citroengele groeitopjes in het voorjaar; bloemen paars (H2 mauve), mei-september.
- ‘Irish Orange‘, breed spreidend, 20 cm hoog; loof donkergroen met oranjekleurige groeitopjes in het voorjaar; bloemen lilapaars (Hl 1 lilac pink), juni-september.
Erica tetralix
De Gewone dopheide, die in Nederland op min of meer vochtige plaatsen in het wild voorkomt, is een “must” voor de heidetuin. De plant is bijzonder winterhard en bloeit over een lange periode.
De beste cultivars zijn:
- ‘Alba‘, stijf opgaand, 25 cm hoog; loof groengrijs; bloemen wit, juni-oktober.
- ‘Con Underwood‘, breed opgaand, 25 cm hoog; loof grijsgroen; bloemen wijnrood (H14 magenta), juli-november.
- ‘Foxhome‘, compact, 30 cm hoog; loof grijsgroen; bloemen kersrood (H6 cerise), juni-oktober.
- ‘Helma‘, opgaand, 25 cm hoog; loof groen; bloemen lilaroze (Hl1 lilac pink) in stervormige trosjes, augustus-september.
- ‘Hookstone Pink‘, opgaand, los, 20 cm hoog; loof zilverkleurig grijsgroen; bloemen roze (H7 rose pink), juni-september.
- ‘Tina‘, breed bossig, 20 cm hoog; loof zilverkleurig grijsgroen; bloemen roze (H7 rose pink), augustus-september.
Erica vagans
Van de bekende Zwerfheide zijn vele cultivars bekend. Deze zomerbloeiende soort dient in elke heidetuin een plaats te krijgen. De winterhardheid is redelijk tot goed en er zijn diverse kleuren in het sortiment. Ook in de groeiwijze zijn duidelijke verschillen waar te nemen. Tot de beste cultivars behoren:
- ‘Birch Glow‘, compact, 30 cm hoog; loof donkergroen; bloemen donker rozerood (H7 rose pink), augustus-november.
- ‘Holden Pink‘, laag, breed opgaand, 25 cm hoog; loof groen; bloemen lichtroze (Hl6 shell pink), augustus-oktober.
- ‘Lyonesse‘, breed opgaand, 25 cm hoog; loof heldergroen; bloemen wit met goudgele helmknoppen, augustus-oktober.
- ‘Mrs D.F. Maxwell‘, gedrongen, 30 cm hoog; loof donkergroen; bloemen kersrood (H6 cerise), augustus-oktober.
- ‘Pyrenees Pink‘, opgaand, 20 cm hoog; loof heldergroen; bloemen donkerroze (H8 pink), augustus-oktober.
- ‘Yellow John‘, krachtig breed opgaand, 35 cm hoog; loof goudgeel; bloemen lichtlila (H4 lilac), niet talrijk, augustus-oktober.
Erica ×watsonii
Dit is een hybride van de winterharde Erica tetralix en de in Engeland en Frankrijk in het wild voorkomende E. ciliaris. De winterhardheid is in Nederland redelijk goed. Enkele mooie cultivars zijn:
- ‘H. Maxwell’, breed tot opgaand, 30 cm hoog; loof groen met oranjegele groeitopjes in het voorjaar; bloemen paars (H2 mauve), juli-oktober.
- ‘Mary’, breed opgaand, 30 cm hoog; loof grijsgroen met oranjerode groeitopjes in het voorjaar; bloemen lichtpaars (H10 purple), juni-november.
Erica ×williamsii
Een hybride van Erica tetralix en E. vagans is de destijds in Groot-Brittannië ontstane E. ×williamsii. De plant is in Nederland voldoende winterhard.
De volgende cultivar wordt aanbevolen:
- ‘P D. Williams‘, spreidend, 25 cm hoog; loof groen met gele groeitopjes in het voorjaar; bloemen lilapaars (Hl1 lilac pink), juli-november.
Aanvullende Ericaceeën
De Heidekruidfamilie waartoe Erica’s behoren is een grote familie met veel verscheidenheid.
Doordat ze veelal dezelfde eisen stellen aan de grond en hun omgeving als Erica’s zijn velen geschikt voor onze heidetuin. Een prettige bijkomstigheid is dat de meeste bloeien in een tijd waarin de Erica– en Calluna-cultivars verstek laten gaan. Zo ontstaat de mogelijkheid van een “jaarrond bloeiende heidetuin”. Een aantal liefhebbers heeft een tuin waarin vrijwel uitsluitend “andere Ericaeeën” zijn aangeplant.
Hieronder worden enkele bekende en minder algemene soorten en vormen in het kort aan de orde gesteld. Het aantal is vele malen groter doch daarvoor verwijzen we naar uitgebreider (heide)literatuur.
- Arbutus unedo (Aardbeienboom) Is een grote struik of kleine boom die in ons klimaat toch redelijk tot goed winterhard is. De bladeren zijn glimmend groen. Opvallend is dat de witte, klokvormige bloemen in de herfst verschijnen samen met de op een aardbei gelijkende oranjerode vruchten. De cultivar ‘Rubra’ is compacter en meer winterhard dan de soort; de bloemen hebben een roze gloed. Wel graag een zonnige beschutte standplaats
- Andromeda polifolia (Lavendelheide) Een struikje dat in het voorjaar bloeit met kleine roze klokjes. Het wordt meestal niet hoger dan 25 cm, kan na enige jaren uitgroeien tot een flinke pol en dient bij voorkeur in de lagere gedeelten van de tuin te worden geplant. Er zijn verschillende cultivars verkrijgbaar waaronder de wit bloeiende ‘Alba’.
- Arctostaphylos uva-ursi (Berendruif) Een wintergroene bodembedekker tot 20 cm hoog met spatelvormige, glanzend groene bladeren, 1-3 cm lang, in de herfst paarsrood verkleurend. Bloeit in april en mei met wit tot roze witte urnvormige bloemen in trosjes van 3 tot 12 stuks. Ze worden gevolg door rode vruchten. De plant kan in de volle zon, maar het liefst staat ze in de halfschaduw. Algemeen verkrijgbare cultivars zijn: ‘Massachussets’, ‘Radiant’ en ‘Snow Cap’.
- Chamaedaphne calyculata is een goed winterharde struik van 1 m hoog en 1 m breed met overhangende takken waaraan in het voorjaar witte klokjes hangen. De cultivar ‘Nana’ is compacter en blijft lager.
- Enkianthus campanulatus (Pronkklokje) Is een opgaande struik tot 2.5 m met donkergroene bladeren. De crèmewitte, soms roze gestreepte klokjes hangen in trosjes bij elkaar. In de herfst hult de plant zich in een schitterende, knalrode, herfstkleur. Een aantal cultivars zijn verkrijgbaar zoals ‘Virgo’(crème), ‘Vesta’(rood gestreept), ‘Victoria` (helderrood) en ‘Venus`(lichtroze en grootbloemig). Met wat geluk kunt u misschien Enkianthus perulatus bemachtigen. Deze soort heeft zuiverwitte bloemen en eveneens een schitterende herfstkleur.
- Gaultheria (Schijnbes) Een geslacht met veel soorten waarvan er een aantal geschikt zijn voor onze heidetuin.
- Gaultheria procumbens (Bergthee) Is een groenblijvend, kruipend struikje tot 20 cm hoog met bijna ronde blaadjes. Bloeit van juni tot augustus met witroze klokjes die worden gevolgd door felrode bessen.
- Gaultheria hookeri (G. veitchiana) Is een breed uitgroeiend struikje met decoratief blad en bloeit in mei en juni met kleine, bijna ronde bloemen die worden gevolgd door blauwe bessen.
- Gaultheria shallon Is een opgaande struik tot 60 cm met ruw behaard blad en bloeit in mei en juni met witte, roze getinte urnvormige bloemen die worden gevolgd door zwarte bessen.
- Gaultheria mucronata (Pernettya – Veenmyrte) Is een algemeen bekende struik met vele cultivars waarvan de vruchten variëren van wit tot rood met alle tussenliggende kleuren. De plant is tweehuizig – man en vrouw wonen apart. De cultivar ‘Stag River’ is een eenhuizige dwergvorm met roze bessen.
- Gaultheria itoana heeft een open groeiwijze en kleine spitse blaadjes. De witte bloemen worden gevolgd door witte bessen.
- Kalmia angustifolia (Lepelboom) Is een wintergroene breed vertakte struik met lancetvormige blaadjes en bloeit met rozerode bloemen die als een tros om de stengel staan. De cultivar ‘Rubra’ heeft donkerdere bloemen terwijl de cultivar ‘Candida’ witte bloemen heeft.
- Kalmia latifolia Is een dichte bossige struik met glimmend groen blad en roze bloemen van 2-3 cm doorsnede. Enkele cultivars zijn: ‘Elf’, een compacte vorm met witte bloemen en ‘Ostbo Red’ met rode bloemen, verder o.a. ‘Bullseye’, ‘Galaxy’ en ‘Peppermint’.
- Kalmia polifolia Is een fijn vertakte opgaande struik met lancet vormige bladeren die in mei en juni bloeit met zuiverroze bloemen. Alle Kalmia’s houden van een vochtige plaats in de halfschaduw.
- Leiophyllum buxifolium (Zandmyrte) is een goed winterhard, meestal kussenvormend struikje tot 30 cm hoog met glanzend donkergroene, op Buxus gelijkende blaadjes. Bloemen wit tot roze. Doet het goed aan de kust!
- Leucothoe axillaris (Trosheide) is een aantrekkelijke, Pieris-achtig struik met trossen witte bloemen in het voorjaar. De bladeren zijn glanzend groen, maar verkleuren in de winter paarsrood.
- Leucothoe walteri heeft meer overhangende takken en een bruinrode herfstkleur. De jonge bladeren lopen rood uit. Er zijn een aantal cultivars verkrijgbaar waaronder ‘Rollisonii’ met smalle bladeren en ‘Rainbow’ met roze, geel, oranje en groen gevlekte bladeren.
- Oxycoccus palustris (Veenbes) is een bodembedekker met draadvormige dunne twijgen en lichtpurperen bekervormige bloemen. De donkerrode, eetbare vruchten blijven de hele winter aan de plant zitten zonder te rotten. Vaak ook te koop onder de naam Vaccinium oxycoccus.
- Phyllodoce (Moerasheide) soorten zijn sierlijke en compacte heideachtige plantjes die van een koele, vochtige plek in de halfschaduw houden. De urn of klokvormige bloemen staan in groepen van korte trossen. In strenge winters kan afdekken met sparrentakken raadzaam zijn.
- Phyllodoce aleutica is een tapijt vormend plantje met roomwitte bloemen.
- Phyllodoce breweri heeft purperroze bloemen en Phyllodoce caerulea heeft violetrode bloemen.
- Pieris japonica is een groenblijvende struik met glanzend groene bladeren en talrijke, witte, urnvormige bloemen in (meestal) overhangende trossen. Jonge bladeren rood of groengeel uitlopend. Er zijn meer dan 100 cultivars bekend zoals ‘Debutante’, bloemen zuiverwit, ‘Mountain Fire’, jonge bladeren kastanjebruin tot bruinrood, ‘Prelude’, compact bolvormig, bloemen crèmewit, jonge bladeren koperkleurig, ‘Sinfonia’, jonge bladeren geelgroen, ‘Rosalinda’ met lichtroze bloemen en bruinrode jonge bladeren. Er zijn ook een aantal bontbladige cultivars in de handel zoals ‘Little Heath’ en ‘Flaming Silver’. Een leuke dwergvorm is ‘Brookside Miniature’ met een smal opgaande groeiwijze.
- Pieris floribunda is een matig hoge struik met opstaande bloempluimen.
- Vaccinium corymbosum (Amerikaanse bosbes) is een opgaande 1-2 m hoge struik met een oranje tot scharlakenrode herfstkleur. De kruikvormige bloemen zitten in dichte trosjes en zijn wit of rood getint. De blauwzwarte vruchten zijn zoet en smaakvol.
- Vaccinium cylindraceum is een brede struik met cilindrische roodachtige bloemen en zwarte vruchten. Ook deze plant heeft een schitterende geel, oranje en rode herfstkleur.
- Vaccinium macrocarpon (Cranberry) is een bodembedekker die tot 1 m grote vlakke matten vormt. De bloemen zijn bekervormig en lichtpurper. De vruchten zijn rood en zuur.
- Vaccinium myrsinites is een opgaande struik tot 75 cm hoog met wit tot roze, kruikvormige bloemen die worden gevolgd door blauwzwarte vruchten. De groene takken en smalle bladeren doen de plant wel wat op een bamboe gelijken. De herfstkleur is rood.
- Vaccinium vitis-idaea (Vossebes) is een struikje tot 30 cm hoog met wit tot roze bloemen. De vruchten zijn dieprood en eetbaar en worden veel voor compote of jam gebruikt. Enkele cultivars zijn verkrijgbaar zoals ‘Erntedank’ met een bijzonder hoge vrucht- opbrengst, ‘Leucocarpum’ met vuilwitte vruchten. Een dwergvorm is variëteit minus die 10-15 cm hoog wordt en een zeer dichte mat vormt.
Nogmaals zij gesteld dat we hier een zeer kleine greep hebben gedaan om als leidraad te dienen. Laat u niet afschrikken door de vele namen. Het kan het voorkomen dat genoemde soorten en cultivars soms moeilijk te verkrijgen zijn.
De beste manier is om naar een kwekerij en/of een goed gesorteerd tuincentrum te gaan om te kijken wat u mooi vindt en in uw tuin past. Snuffel wat sortimentslijsten door en vraag om uitleg. Dat kan heel verhelderend werken. Succes en veel plezier gewenst met uw heideplanten en heidetuin.